Kinderalimentatie

Ook na een huwelijk, geregistreerd partnerschap (g.p.) of samenlevingsrelatie hebben ex-partners de verplichting om hun beider kinderen (financieel) te blijven onderhouden. Na de scheiding zal ook bekeken moeten worden of er door één van de ouders een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding (tot het kind 18 jaar oud is) of een bijdrage in de kosten van studie en levensonderhoud, vanaf 18 (in beide gevallen kinderalimentatie genoemd) moet worden betaald.

In feite zijn beide ouders onderhoudsplichtig ten opzichte van hun kinderen. Dat wil zeggen dat beide ouders verplicht zijn om naar beste kunnen hun kinderen (financieel) te verzorgen, op te voeden en financieel te ondersteunen.

Na de verbreking van een huwelijk, g.p. of samenlevingsverband kunnen de ouders afspraken maken over de verdeling van de zorg voor de kinderen. Naar aanleiding daarvan zal er ook een regeling moeten komen om de kosten van die zorg met elkaar te (ver)delen.  

De ouder met het hoogste inkomen zal vaak, op maandelijkse basis, een vast bedrag als bijdrage in deze kosten moeten betalen. Om te bepalen of en hoeveel deze ouder moet voldoen, zal de mediator, of al partijen er in der minne (dus in overleg) met elkaar niet uitkomen, de rechter een driestappenplan volgen:

  1. de financiële behoefte van het kind wordt vastgesteld. (Hoeveel heeft het kind nodig?)
  2. de draagkracht van de ouders wordt vastgesteld. (Hoeveel kunnen de ouders betalen?)
  3. hoeveel moeten beide ouders – gelet op hun draagkracht – naar rato bijdragen aan de kosten van de kinderen. (Hoeveel moet elk van de ouders bijdragen?)

Stap 1 – het bepalen van de behoefte van het kind
De eerste stap is dus het vaststellen van de financiële behoefte van het kind. Hiermee wordt bedoeld wat het eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen is. In feite wordt gekeken welk deel van het inkomen van beide ouders besteed werd aan de kinderen.

Het eigen aandeel in de kosten van de kinderen wordt vastgesteld aan de hand van tabellen die door het NIBUD zijn opgesteld. Er zal dan ook eerst onderzoek gedaan moeten worden naar het netto gezinsinkomen van beide partners tijdens het huwelijk, het g.p. of de relatie. Daarna wordt aan de hand van de tabellen van het NIBUD het eigen aandeel in de kosten van de kinderen bepaald.

Er wordt met name naar het netto gezinsinkomen ten tijde van het huwelijk gekeken met als doel kinderen financieel niet slechter af te laten zijn door de scheiding van hun ouders.

Stap 2 – het bepalen van de draagkracht van de ouders
Op het moment dat het eigen aandeel in de kosten van de kinderen is vastgesteld, moet de draagkracht van beide ouders worden vastgesteld.

Om de draagkracht te bepalen wordt ook gebruik gemaakt van een landelijke richtlijn die bekend staat onder de benaming “Alimentatienormen”(vroeger “Tremanormen”). Het komt er kort gezegd op neer dat een opstelling gemaakt wordt van het inkomen en de (noodzakelijke) uitgaven van beide ouders. Er zal daartoe een draagkrachtberekening gemaakt worden aan de hand van het bruto inkomen van beide ouders met inbegrip van de aftrekposten.

Stap 3 – Draagkrachtvergelijking: het bepalen van de bijdrage van iedere ouder in de kosten van de kinderen
Als de verdeling van de zorg en de draagkracht van beide ouders is vastgesteld wordt bekeken welk gedeelte iedere ouder van de kosten van de kinderen iedere ouder voor zijn/haar rekening moet nemen. Dit wordt ook wel een draagkrachtvergelijking genoemd.

Duur van de kinderalimentatie
Kinderalimentatie moet in principe worden betaald totdat het kind de meerderjarige leeftijd bereikt. Het kan zijn dat het kind na zijn of haar 18e verjaardag niet in zijn of haar levensonderhoud kan voorzien, omdat het kind nog op school zit. In dat geval blijft de onderhoudsverplichting bestaan. Deze (verlengde) onderhoudsverplichting duurt voort tot 21 jaar.

Mocht het kind op dat moment nog niet zijn of haar studie hebben afgerond dan blijft de onderhoudsverplichting bestaan totdat de studie is afgerond en het kind in zijn of haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Uiteraard kunnen ouders van hun kinderen eisen dat zij hun studie afronden en daarna ook een baan zoeken.

Indexatie van kinderalimentatie
Kinderalimentatie wordt elk jaar op 1 januari automatisch verhoogd met een indexeringspercentage. Het ministerie van justitie bepaalt elk jaar de hoogte van dit percentage. Deze verhoging vindt automatisch plaats en moet ook door de alimentatieplichtige betaald worden.

De jaarlijkse indexatie hoeft niet betaald te worden als u met uw ex-partner expliciet heeft afgesproken (en vastgelegd) dat de alimentatie jaarlijks niet verhoogd wordt. Ook kan de rechter bepalen dat de alimentatie gedurende een bepaalde periode (of voor altijd) niet verhoogd hoeft te worden.

Dit is anders als u met uw ex-partner heeft afgesproken dat de alimentatie niet jaarlijks wordt verhoogd en dit ook is vastgelegd of in het geval de rechter heeft bepaald dat de alimentatie gedurende een bepaalde periode of nimmer hoeft te worden verhoogd met het indexeringspercentage.

Wijzigen van kinderalimentatie
Als de kinderalimentatie eenmaal is vastgesteld betekent dit niet dat deze alimentatie nooit meer gewijzigd kan worden. Het is mogelijk dat de draagkracht van de alimentatie-betaler verandert. In een dergelijke situatie kan de rechter worden verzocht om de hoogte van de kinderalimentatie te wijzigen. Voorbeelden van omstandigheden die tot een wijziging zouden kunnen leiden:

  • de alimentatie-betaler gaat minder of juist meer verdienen
  • de ouder waar het kind verblijf (alimentatie-ontvanger) gaat meer of minder verdienen
  • de zorgregeling tussen de ouders wijzigt

Bij een wijzigingsverzoek zal de rechter beoordelen of er inderdaad sprake is van een voldoende zware wijziging in de omstandigheden. Ook zal de rechter kritisch kijken naar de oorzaak van deze wijziging.

Kiest u of uw ex-partner er bijvoorbeeld zelf voor om ontslag in te dienen en vermindert hierdoor het inkomen (en daarmee de draagkracht), dan zal de rechter waarschijnlijk tot het oordeel komen dat er onvoldoende reden is om de alimentatie te verlagen. Er is immers sprake van vrijwillige inkomensvermindering.

Heeft u vragen, neem dan contact met op met de advocaten van Servus, advocatenkantoor in Goes (Zeeland)

Contact

Servus Advocatuur en Mediation
Fruitlaan 4e
4462 EP Goes (Zeeland)
Tel: 0113-34 86 26
Info@servusadvocatuur.nl

Social media

Sitemap

Pagina's

Berichten per categorie

Soort

Bereik

Module-breedte